Lezingserie Volksuniversiteit - Kants kritische filosofie

Onze tijd is vol van ‘alternatieve waarheden’ en woekerende complottheorieën. Dat vraagt om onderzoek naar de veronderstellingen waarop onze standpunten en aanspraken berusten.
Onze tijd is vol van ‘alternatieve waarheden’ en woekerende complottheorieën. Dat vraagt om onderzoek naar de veronderstellingen waarop onze standpunten en aanspraken berusten. Om zo grenzen te kunnen stellen aan wat we zinvol en met recht kunnen beweren.
Juist dat maakt de kritische filosofie van Immanuel Kant zo actueel, die zich precies een dergelijk onderzoek voorneemt.
Kant kwam pas op gevorderde leeftijd tot een definitieve formulering van dit denken, maar de verschijning van zijn eerste uitwerking ervan in 1781, de Kritiek van de zuivere rede, bracht een schokgolf onder intellectuelen in heel Europa teweeg.
Deze eerste Kritiek houdt zich bezig met ‘theoretische filosofie’, oftewel de vraag “Wat kan ik weten?” Centraal in Kants visie staat het inzicht dat als wij iets zien of (h)erkennen, dat vooral iets zegt over onze manier van zien en kennen (denken): wat hij wel aanduidde als zijn ‘Copernicaanse wending’ in het denken.
In 1788 volgt dan de Kritiek van de praktische rede, die zich bezighoudt met de vraag “Wat moet ik doen?” en over het handelen gaat, het traditionele domein van de ‘ethiek’. Rode draad in het kritische denken is dat het draait om reflectie op het gegevene: het zgn. transcendentale (niet te verwarren met het transcendente). Het gaat om een expliciet maken van wat impliciet besloten ligt in een bewering, manier van kijken en denken.
Al het goede komt in drieën, en zo komt het kritische denken pas tot rust met de bezinning op een derde vraag: “Wat mag ik hopen?”, en met een derde Kritiek, die van het oordeelsvermogen, die verschijnt in 1790. Opmerkelijk genoeg gaat deze Kritiek voor een belangrijk deel over wat wel ‘esthetica’ heet, een reflectie op het ‘smaakoordeel’.
En dan te bedenken dat deze hele kritische filosofie slechts het vóórwerk moest zijn voor een inhoudelijk systeem (clearing the ground), een ‘mogelijkheidsvoorwaardenonderzoek’.
Deze interactieve lezingenserie start met de Kritiek van de zuivere rede en aan de vraag “Wat kan ik weten?” (kennisleer, epistemologie, metafysica); vervolgens is er aandacht voor de Kritiek van de praktische rede en aan de vraag “Wat moet ik doen?” (praktische – of moraalfilosofie); de laatste bijeenkomsten zijn gewijd aan de Kritiek van het oordeelsvermogen (esthetica en teleologie) en aan de vraag “Wat mag ik hopen?”.
Data:
vrijdag 26 januari, 15:00 - 16:30
vrijdag 2 februari, 15:00 - 16:30
vrijdag 9 februari, 15:00 - 16:30
vrijdag 19 februari, 15:00 - 16:30
vrijdag 23 februari, 15:00 - 16:30
vrijdag 1 maart, 15:00 - 16:30
* Wanneer je lid bent van de Openbare Bibliotheek Den Haag, ontvang je 10% korting op deze lezingenserie. Vermeld je lidmaatschapsnummer onderaan op het inschrijfformulier in het vakje 'Pasnummer'; de korting wordt dan automatisch verwerkt.
